Hoofdstuk 21: Oorlogswonden
Hoewel Nieuw-Zeeland me heeft betoverd met haar schoonheid en ik met veel liefde terugdenk aan dit prachtige land, is Cambodja een ander verhaal. Want ook al onthult zij langzaam maar zeker haar ware identiteit, littekens van de oorlog zijn hier nog goed te zien.
Op woensdagochtend vroeg vertrekken Do, Japs en ik gezamelijk vanuit Trat in Thailand naar Cambodja. De grens oversteken vind ik toch nog best een beetje spannend en ik ben blij dat ik dit met mijn vrienden doe. Het hele sfeertje ademt corruptie uit: we moeten betalen voor een verklaring van de dokter, nadat hij zijn griep-pistool tegen onze hoofden drukt. De 'dokter' is overigens een man, met een witte snor, en iets wittere blouse aan, onder een geimproviseerde partytent. Vele mannen vliegen ons aan, helpen het regelen van het visum door het papierwerk te versnellen. Uiteraard onder beloning van flinke tip. Gelukkig werkt het in in ons voordeel, binnen no time verlaten we 'Niemandsland' en kunnen we Cambodia in.
Ik vervolg mijn weg naar Phnom Penh, de hoofdstad, terwijl Do en Japs naar Kampot gaan, om een oude vriend te bezoeken. De busrit duurt lang. Heel lang. Maar.. biedt genoeg bekijks voor onderweg. Ik vergaap me aan de groene rijstvelden, waar boeren hun akkers bewerken met behulp van pikhouwelen of een Os die gestaag de ploeg door de dikke klei trekt. Rivieren zijn lichtbruin en aan de oevers huizen kleine vissersdorpjes, bestaande uit bamboe hutjes op palen. Tinnen daken houden de regen buiten, zeker nu het regenseizoen in volle gang is. De wegen zijn veelal niet geasfalteerd, maar rood verhard stof met vele kuilen. Tijdens een korte stop reikt een kleine Cambodiaanse naar mijn witte huid en lacht. Haar amandelvormige ogen kijken me nieuwsgierig aan. Ik realiseer hoe contrasterend mijn leven in het Westen is, vergeleken met deze bevolking.
In Phnom Penh kom ik later op de avond aan, waar we worden opgewacht door tientallen 'moto's'. Deze variant op de tuktuk of taxi is een goedkopere en dus bevind ik me niet veel later achterop de
moter naar een nabijgelegen hotel.
Deze motormuizen zijn overal, voor elke 500 meter kunnen zij je brengen. Ik wordt de volgende dag dan ook vreemd aangekeken als ik mijn Nederlandse benen strek en veelal loop naar toeristische
trekpleisters. Ondanks hun aanhoudende vraag: 'Moto, moto?' wimpel ik ze telkens af en voel me veilig op straat. Geen naar gefluit, geroep of intimiderend gedrag hier.
Ik bezoek in de ochtend de Russische markt, een enorme verzamelijk kraampjes in een markthal. Je kunt hier alles kopen wat je wel en soms ook niet kunt bedenken. Er zijn de nodige toerisistische waar te verkrijgen, zoals zijde shawls, Boedhabeeldjes of papieren lampen. De voedselhoek trekt echter meer aandacht. Hier worden kippen, vissen, kreeften, krabben, slakken en tientallen onverklaarbare creaties dood of halfdood tentoongesteld. Met een enorm kapmes en een blok hout worden vissen ter plaatse gefilleerd en kippen hangen er maar dood bij, vaak omringd door de nodige vliegen. Ik moet een paar keer diep adem halen, maar vind het interessant hoe deze mensen eten. Niet veel later bevind ik me dan ook in een marktkraampje met verse noodles en knoop een gesprek aan met mijn buurman, die behoorlijk Engels spreekt. We hebben het over de verschrikkingen van het Pol Pot regiem, eind jaren '70 en hun volksterreurd dat de Khmer Rouge aanricht. De oorlog die zich hier recent heeft afgespeeld toont nog dagelijks oorlogsslachtoffers op straat. Er zijn vele bedelaars, ontdaan van armen of benen door landmijnen tijdens de oorlog.
Later deze dag, vind ik mezelf slenterend over de boulevard, kijkend naar de stad terwijl die aan me voorbij trekt. Ik herken vele beschrijvingen van Phnom Penh uit het boek dat ik op dit moment lees: 'First they killed my father' van Loung Ung. Over de genocide en terreur waar ik eerder al over schreef. Het is indrukwekkend te bedenken dat deze omgeving ooit een slagveld van nazi-achtige tafarelen is. Morgen ga ik dan ook naar de Killing Fields, een plek waar duizenden mensen op brute wijze de dood vonden. Natuurlijk uit nieuwsgierigheid, maar zeker ook om stil te staan bij dit gruwelijke tijdperk zodat het niet vergaat door vergetenis.
Charlotte
Reacties
Reacties
Hee Charlie's,
Wat een ontroerend verhaal zeg, ik kreeg een brokje in mijn keel. Heel mooi beschreven en nog mooier hoe je er mee omgaat. Ik ben trots op je.
Kus,
Mier
Charlotte,
je beschrijving is inderdaad indrukwekkend, het geeft een beeld op je netvlies dat bijft en toont dat jij dat intens beleeft.
Goed van je om dat boek te lezen.
Laat ons opnieuw genieten, dankjewel.
Liefs xxxx
Aardbei ik word er stil van als ik je verhaal lees. Ik zeg nogmaals een perfecte journaliste, met een adembenemede schrijfstijl. Ga naar de killingfields en beschrijf ons wat je ziet, k heb de film meerdere malen gezien. Dus laat mij de film weer beleven met jou prachtige indrukwekkende schrijfstijl. heel veel liefs van ons allemaal xxxx
Hoi, Van de witte stranden naar de slagvelden, kan je alles nog wel behappen? Wat zal jij veel te vertellen hebben straks. Had zo mijn twijfels bij Cambodja, maar ja ook hier vind je je weg wel zo te zien. De stranden doen me denken aan Expeditie Robinson. Jaloersssssssss. Gr. uit Geldrop
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}